Portefeuillehouder
H.J. Hofstra
Middelen
8.6 Reserves | Rekening 2017 | Begroting 2018 ontwerp | Begroting 2018 na wijziging | Rekening 2018 | Verschil |
---|---|---|---|---|---|
Lasten | 82.678 | 30.236 | 48.242 | 46.614 | 1.628 |
Baten | -62.473 | -32.732 | -63.151 | -57.690 | -5.461 |
Saldo | 20.206 | -2.496 | -14.909 | -11.077 | -3.832 |
Stortingen in reserves | Begroting | Rekening | Verschil | Waarvan |
---|---|---|---|---|
Algemene reserve | 356 | 356 | 0 | 0 |
Personeel | 900 | 2.352 | -1.452 | 0 |
Grootschalige kunstprojecten | 33 | 33 | 0 | 0 |
Monumentenzorg | 147 | 147 | 0 | 0 |
Strategische projecten | 12.175 | 12.028 | 147 | 0 |
Technische bijstand Europa | 0 | 25 | -25 | 0 |
Procesgelden gebiedsontwikkeling | 1.000 | 1.000 | 0 | 0 |
Cofinanciering EU-projecten 2014-2020 | 900 | 900 | 0 | 0 |
p-MJP/POP | 1.615 | 1.615 | 0 | 0 |
Egalisatie activering vervangingsinvesteringen | 204 | 191 | 13 | 0 |
Egalisatie gladheidsbestrijding | 0 | 19 | -19 | 0 |
Flevokust haven | 96 | 0 | 96 | 0 |
Almere 2.0 | 12.273 | 12.273 | 0 | 0 |
Mobiliteit | 2.699 | 2.963 | -264 | 0 |
Beheer en ontwikkeling natuur | 850 | 1.204 | -354 | 0 |
Doorgeschoven activiteiten | 315 | 315 | 0 | 0 |
Dekking afschrijvingslasten | 11.729 | 8.121 | 3.607 | 0 |
Economisch programma | 0 | 122 | -122 | 0 |
Duurzame energie | 2.950 | 2.950 | 0 | 0 |
Totaal stortingen | 48.242 | 46.614 | 1.628 | 0 |
x € 1.000 |
Toelichting stortingen
Een aantal reserves kent een overschrijding ten opzichte van de begroting na wijziging. De hogere stortingen passen binnen het door Provinciale Staten vastgestelde beleid ten aanzien van de desbetreffende reserves, zoals is vastgelegd in de Nota reserves en voorzieningen 2015-2019 of nadien genomen (instellings-)besluiten. Hieronder is een toelichting opgenomen op alle reserves met een verschil > € 0,1 mln.
1. Personeel
Bij de Zomernota 2017 is door Provinciale Staten besloten dat de onderuitputting op diverse personeelsbudgetten per jaareinde gestort wordt in de (aan Gedeputeerde Staten gedelegeerde) reserve Personeel. Dit betreft onder andere de niet bestede middelen voor medewerkersontwikkeling, duurzame inzetbaarheid en de versterking van de organisatie. Deze onderbestedingen kunnen niet op voorhand worden geraamd, en veroorzaken het verschil van € 1,452 mln. (zie programmaonderdeel 8.5).
2. Strategische projecten
De storting is € 147.000 lager dan geraamd. De financiële afwikkeling van de oprichting van Sportservice Flevoland B.V. (transitie OMFL) is doorgeschoven naar 2019. De daaruit voortvloeiende terugontvangst van € 147.000, en de daarmee samenhangende toevoeging aan de reserve Strategische projecten, is daardoor eveneens doorgeschoven naar 2019 (zie programmaonderdeel 3.2).
3. Mobiliteit
Het verschil tussen de beschikbare middelen voor mobiliteit (die via het Provinciefonds worden ontvangen) en de daaruit te dekken kosten en investeringen wordt geëgaliseerd via deze reserve. De hogere storting dan begroot wordt dan ook veroorzaakt door de onderbesteding op een aantal mobiliteitsbudgetten (zie programma 6).
4. Beheer en ontwikkeling natuur
De storting is € 354.000 hoger dan geraamd doordat de niet bestede middelen voor natuurbeheer conform bestaand beleid zijn toegevoegd aan deze reserve (zie programmaonderdeel 2.2).
5. Dekking afschrijvingslasten
Als gevolg van het in 2017 gewijzigde BBV mogen bijdragen uit reserves niet meer direct in mindering gebracht worden op het te activeren bedrag, hetgeen leidt tot hogere kapitaallasten. Op basis van het geactualiseerde p-MIRT worden incidentele bijdragen aan infraprojecten uit de reserves Strategische projecten en Mobiliteit gestort in de reserve Dekking afschrijvingslasten, zodat hieruit in de toekomst deze hogere kapitaallasten gedekt kunnen worden. De nieuwe investeringen zijn lager uitgevallen dan begroot, waardoor ook minder in de reserve gestort is dan begroot (en dus minder onttrokken uit de reserves Strategische projecten en Mobiliteit).
6. Economisch programma
De niet bestede middelen voor het Economisch Programma zijn conform bestaand beleid toegevoegd aan deze reserve (zie programmaonderdeel 3.1).
Voor een gedetailleerd inzicht in de reserves wordt verwezen naar bijlage 1 Overzicht reserves en voorzieningen.
Onttrekkingen aan reserves | Begroting | Rekening | Verschil | Waarvan |
---|---|---|---|---|
Algemene reserve | -778 | -778 | 0 | 0 |
Personeel | -1.101 | -953 | -148 | 0 |
Grootschalige kunstprojecten | -423 | -268 | -155 | 0 |
Strategische projecten | -15.397 | -13.159 | -2.238 | 0 |
Investeringsimpuls Flevoland Almere | -8.634 | -8.634 | 0 | 0 |
Procesgelden gebiedsontwikkeling | -588 | -433 | -155 | 0 |
Bodem | -2.110 | -1.692 | -418 | 0 |
Cofinanciering EU-projecten 2014-2020 | -4.920 | -3.977 | -943 | 0 |
Zuiderzeelijngelden | -2.300 | -717 | -1.583 | 0 |
p-MJP/POP3 | -1.650 | -1.202 | -448 | 0 |
Nieuwe natuur | -3.834 | -1.970 | -1.864 | 0 |
Flevokust Haven | 0 | -7.297 | 7.297 | 0 |
Almere 2.0 | -6.768 | -6.768 | 0 | 0 |
Meerjarenaanpak bedrijfsvoering | -2.450 | -1.357 | -1.093 | 0 |
Mobiliteit | -3.133 | -874 | -2.259 | 0 |
Beheer en ontwikkeling natuur | -1.023 | -183 | -839 | 0 |
Egalisatie jaarlijks onderhoud Infra | -600 | -50 | -550 | 0 |
Doorgeschoven activiteiten | -2.966 | -2.966 | 0 | 0 |
Dekking afschrijvingslasten | -897 | -934 | 36 | 0 |
Economisch programma | -3.580 | -3.480 | -100 | 0 |
Totaal onttrekkingen | 63.151 | 57.690 | -5.461 | 0 |
x € 1.000 |
Toelichting onttrekkingen
De aanwending van bestemmingsreserves is veelal afhankelijk van projectvoortgang en de daarmee gemoeide uitgaven. Hierdoor ontstaan verschillen in de onttrekkingen aan de reserves (indien minder is uitgegeven hoeft minder onttrokken te worden aan de reserves). De verklaringen zijn opgenomen bij de desbetreffende programmaonderdelen in deze jaarstukken. Een aantal reserves kent een overschrijding ten opzichte van de begroting na wijziging (meer onttrokken dan begroot). Deze hogere onttrekkingen passen binnen het door Provinciale Staten vastgestelde beleid ten aanzien van de desbetreffende reserves, zoals is vastgelegd in de Nota reserves en voorzieningen 2015-2019 of nadien genomen (instelling-)besluiten. Hieronder is een toelichting opgenomen op alle reserves met een verschil > € 0,1 mln.
1. Reserve personeel
Onttrekkingen aan de reserve Personeel voor frictiekosten worden geraamd op basis van het 'worst-case' scenario, voor bijvoorbeeld de WW-duur en werk-naar-werk regelingen. De werkelijke onttrekking wordt vervolgens gedaan tegen de werkelijk gerealiseerde kosten. Deze zijn lager dan begroot doordat er onder andere ex-werknemers zijn geweest die eerder een nieuwe dienstbetrekking hebben gevonden.
2. Grootschalige kunstprojecten
Omdat de financiële afwikkeling van het 8e landschapskunstwerk deels in 2019 plaatsvindt, heeft een deel van de geraamde onttrekking niet in 2018 plaatsgevonden (zie programmaonderdeel 4.1).
3. Strategische projecten
De onttrekking aan de reserve Strategische projecten is lager dan geraamd doordat de voortgang van een aantal projecten lager was dan vooraf verwacht. Voor een gedetailleerd overzicht van de gerealiseerde onttrekkingen wordt verwezen naar de toelichting op de reserve Strategische projecten zoals opgenomen in bijlage 1.
4. Procesgelden gebiedsontwikkeling
Dit betreft de onttrekking aan deze reserve ter dekking van de procesgelden voor Noordelijk Flevoland, Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland (oormerk), Amsterdam Lelystad Airport en Markermeer/IJmeer. De lagere onttrekking wordt veroorzaakt door een lagere besteding op de genoemde onderdelen (zie programma 7).
5. Bodem
Door vertraging in de uitvoering van het programma Duurzaam Gebruik Ondergrond zijn de gerealiseerde kosten, en daarmee ook de onttrekking aan deze reserve, lager dan begroot (zie programmaonderdeel 5.2).
6. Cofinanciering EU-projecten 14-20
Voor de realisatie van het OP-West programma zijn wij afhankelijk van de voortgang van de door de indieners uitgevoerde projecten. Doordat de voortgang lager was dan geraamd is er sprake van onderbesteding, waardoor de onttrekking aan de reserve eveneens lager is dan geraamd (zie programmaonderdeel 8.1).
7. Zuiderzeelijngelden
De begrote onttrekking is gebaseerd op de uitvoering van het programma Zuiderzeelijngelden Noordelijk Flevoland (zie programmaonderdeel 7.1) en het Luchthavenfonds (zie programmaonderdeel 7.2). De besteding in 2018 van het programma ZZL-noord is € 1,367 mln. lager uitgekomen en van het Luchthavenfonds € 0,216 mln. lager. Daardoor is de onttrekking aan de reserve ook lager.
8. p-MJP/POP
Het saldo van de uitvoeringskosten POP en de provinciale cofinanciering is € 48.000 hoger dan begroot. Daarentegen is er minder gebruik gemaakt van inhuur voormalig-DLG bij provincie Noord-Holland, waardoor de daarmee samenhangende lasten € 0,4 mln. lager zijn dan begroot. De onderbesteding wordt verrekend met de reserve p-MJP/POP, waardoor er per saldo minder is onttrokken.
9. Nieuwe Natuur
Het saldo van het programmaonderdeel 7.4 Nieuwe Natuur (pNN) wordt verrekend met deze reserve, in overeenstemming met de vastgestelde uitgangspunten voor pNN. De lagere onttrekking aan de reserve van € 1,864 mln. komt met name door de netto opbrengst uit grondverkopen van € 2,4 mln. Het resterende verschil van € 0,545 mln. betreft het saldo van de pachtopbrengsten, verstrekte bijdrages en de procesgelden.
10. Flevokust Haven
Op basis van de verslaggevingsvoorschriften is een voorziening duurzame waardevermindering getroffen voor de investering Flevokust Haven, omdat de getaxeerde waarde (o.b.v. marktconforme rendementen) lager is dan de boekwaarde van de investering. Voor dit doel is de reserve Flevokust ingesteld. Om deze lasten te dekken heeft een onttrekking aan deze reserve plaatsgevonden, voor het maximale bedrag dat in de reserve beschikbaar is (zie programmaonderdeel 7.2).
11. Meerjarenaanpak Bedrijfsvoering (MAB)
De voortgang in de uitvoering van de MAB was lager dan vooraf verwacht, waardoor de kosten en daarmee de onttrekking aan deze reserve eveneens lager zijn dan begroot (zie programmaonderdeel 8.5).
12. Mobiliteit
De geraamde onttrekking aan de reserve Mobiliteit had voornamelijk betrekking op de geraamde bijdrage voor de investeringsprojecten uit het geactualiseerde p-MIRT. Op basis van de werkelijk gerealiseerde investeringen vindt een onttrekking plaats aan de reserve Mobiliteit, welke vervolgens gestort wordt in de reserve Dekking afschrijvingslasten. Doordat de gerealiseerde investeringen 2018 lager zijn dan begroot is de onttrekking aan de reserve Mobiliteit (en de storting in de reserve Dekking afschrijvingslasten) eveneens lager dan begroot. Per saldo heeft dit geen effect op het rekeningresultaat.
13. Beheer en ontwikkeling natuur
De lagere onttrekking houdt verband met lagere uitgaven voor het beheerplan Natura 2000 Oostvaardersplassen. In 2018 is volop gewerkt aan de voorbereiding van de uitvoering. Het gaat dan om de moeras-reset en maatregelen in het grazige deel. De daadwerkelijke uitvoering is vertraagd; in 2019 na het broedseizoen starten de vervolgwerkzaamheden. Voor de Lepelaarplassen is de huidige N2000 beheerplanperiode bijna afgelopen. De bedoeling was om in 2018 te starten met de evaluatie en herijking van dit beheerplan. In samenspraak met het Flevo-landschap is er voor gekozen dit door te schuiven naar 2019 (zie programmaonderdeel 2.2).
14. Egalisatie jaarlijks onderhoud Infra
De geraamde onttrekking heeft maar gedeeltelijk plaatsgevonden, omdat bleek dat een aantal activiteiten toch niet in 2018 te realiseren waren. Deze activiteiten zijn doorgeschoven naar 2019.
15. Economisch programma
De lagere onttrekking wordt veroorzaakt door een aantal relatief kleine onderbestedingen op de budgetten voor de uitvoering van het economisch programma. Deze middelen blijven beschikbaar binnen de reserve voor uitvoering in latere jaren.
Voor een gedetailleerd inzicht in de reserves wordt verwezen naar bijlage 1 Overzicht reserves en voorzieningen.