2.2 Specificatie diverse baten en lasten
A. Algemene dekkingsmiddelen
Conform de voorschriften van het BBV volgt hieronder een specificatie van de algemene dekkingsmiddelen.
Tabel 2.4: Algemene dekkingsmiddelen (baten)
Rekening 2017 | Begroting 2018 ontwerp | Begroting 2018 na wijziging | Rekening 2018 | Verschil | |
---|---|---|---|---|---|
a. Provinciefonds | -94.278 | -84.731 | -88.900 | -87.863 | -1.037 |
b. Opcenten MRB | -69.836 | -70.068 | -71.068 | -73.519 | 2.451 |
c. Dividend | -488 | -222 | -369 | -372 | 3 |
d. Rente | -426 | -363 | -363 | -296 | -67 |
e. Vrijval voorziening | 0 | 0 | 0 | -433 | 433 |
Totaal | -165.028 | -155.384 | -160.700 | -162.483 | 1.783 |
x €1.000 |
Tabel 2.5: Specificatie algemeen dekkingsmiddel: dividend
Rekening 2017 | Begroting 2018 ontwerp | Begroting 2018 na wijziging | Rekening 2018 | Verschil | |
---|---|---|---|---|---|
Dividend BNG | -123 | -43 | -190 | -190 | 0 |
Dividend Afvalzorg Holding NV | -125 | -125 | -125 | -125 | 0 |
Dividend Aliander | -48 | -37 | -37 | -42 | 5 |
Dividend Vitens | -15 | -12 | -12 | -14 | 3 |
Afwikkelingsverschillen | -176 | 0 | 0 | -1 | 1 |
Dividend Publiek Belang BV | 0 | -3 | -3 | 0 | -3 |
Dividend Attero | 0 | -2 | -2 | 0 | -2 |
Dividend CBL Vennootschap BV | -1 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal dividend | -488 | -221 | -369 | -373 | 4 |
x € 1.000 |
Tabel 2.6: Specificatie algemeen dekkingsmiddel: rente
Rekening 2017 | Begroting 2018 ontwerp | Begroting 2018 na wijziging | Rekening 2018 | Verschil | |
---|---|---|---|---|---|
Rente provincie | -182 | -151 | -151 | -151 | 0 |
Overige rentebaten | -244 | -212 | -212 | -145 | -67 |
Totaal | -426 | -363 | -363 | -296 | -67 |
x €1.000 |
Voor een analyse van de verschillen tussen begroting na wijziging en de rekening 2018 wordt verwezen naar de toelichting op de middelen in onderdeel II Programmaverantwoording bij programmaonderdeel 8.3 Algemene dekkingsmiddelen.
B. Kosten van overhead
De provincie Flevoland verantwoordt alle apparaatskosten (personeel en materieel) op het programmaonderdeel 8.5 Bedrijfsvoering. Overhead betreft de totale apparaatskosten na aftrek van het personeel dat direct aan de taakvelden moet worden toegerekend. De provincie hanteert hiervoor de door de commissie BBV vastgestelde definitie. De netto kosten voor de overhead zijn in onderstaande tabel gespecificeerd.
Tabel 2.7: Specificatie kosten van personele- en materiële overhead
Rekening | Begroting | Rekening | |
---|---|---|---|
Totaal personeel en organisatie (8.5.1) | 32.644 | 35.617 | 33.424 |
Af: direct personeel | -16.038 | -19.325 | -18.597 |
Saldo personeel en organisatie indirect | 16.606 | 16.292 | 14.827 |
Financiën (product 8.5.2) | 77 | 124 | 124 |
Communicatie (product 8.5.3) | 63 | 102 | 51 |
Bestuurlijk-juridische zaken (product 8.5.4) | 250 | 371 | 226 |
Facilitaire zaken en Financiële administratie (product 8.5.5) | 6.794 | 4.435 | 3.692 |
Informatievoorziening (product 8.5.6) | 4.432 | 6.374 | 5.080 |
Totale netto kosten overhead | 28.222 | 27.699 | 24.000 |
x € 1.000 |
Uit de verhouding tussen ingezet personeel op directe taken en op (indirecte) ondersteunende taken, volgens de definities van het BBV, is de verhouding voor personele overhead berekend (tabel 2.8). De afwijking ten opzichte van de begroting 2018 na wijziging wordt voornamelijk veroorzaakt door de onderbesteding op een aantal bedrijfsvoeringsbudgetten (zie programmaonderdeel 8.5).
Tabel 2.8: Specificatie verhouding direct personeel vs. indirect personeel
Rekening | Begroting | Rekening | |
---|---|---|---|
Personele lasten ondersteunend personeel | 11.187 | 13.480 | 13.463 |
Personele lasten direct personeel | 16.038 | 19.325 | 18.597 |
Personele overhead in % | 41% | 41% | 42% |
x € 1.000 |
C. Heffing vennootschapsbelasting
Voor zover de provincie ondernemersactiviteiten verricht is de provincie Vennootschapsbelastingplichtig. Dit betreft vooralsnog enkel de activiteiten in de verbonden partij Airport Garden City C.V. Op basis van de concept aangifte is er in de jaren 2016 en 2017 per saldo geen fiscale winst gerealiseerd en is er dan ook geen sprake van heffing voor de vennootschapsbelasting. De aangifte over het boekjaar 2018 zal naar verwachting in 2019 ingediend worden.
D. Incidentele lasten en baten
Op basis van de voorschriften van het BBV is hieronder een tabel opgenomen waarin per programma de incidentele en structurele baten en lasten zijn weergegeven. Op basis van deze gegevens, welke in bijlage 3 verder worden gespecificeerd, kan worden geconcludeerd dat er in 2018 sprake is van een materieel structureel evenwicht, aangezien de totale structurele baten hoger liggen dan de totale structurele lasten. Het kengetal structurele exploitatieruimte, welke is opgenomen onder 1.3 Financiële kengetallen, is gebaseerd op onderstaande verdeling van baten en lasten.
Tabel 2.10: Incidentele en structurele lasten en baten
Incidenteel | Structureel | Totaal | |
---|---|---|---|
1 Ruimtelijke ontwikkeling en waterbeleid | 2.005 | 1.812 | 3.817 |
2 Landelijk gebied en natuur | 4.945 | 8.033 | 12.978 |
3 Economie | 1.135 | 7.728 | 8.863 |
4 Cultuur, samenleving en sport | 1.548 | 6.712 | 8.260 |
5 Energie, milieu en klimaat | 906 | 7.537 | 8.442 |
6 Mobiliteit | -625 | 64.426 | 63.801 |
7 Gebiedsontwikkeling | 8.773 | 15.198 | 23.971 |
8 Kwaliteit openbaar bestuur | 1.139 | 55.287 | 56.426 |
Totaal lasten | 19.825 | 166.733 | 186.558 |
1 Ruimtelijke ontwikkeling en waterbeleid | 0 | -530 | -530 |
2 Landelijk gebied en natuur | 0 | -50 | -50 |
3 Economie | -9 | 0 | -9 |
4 Cultuur, samenleving en sport | -90 | -59 | -150 |
5 Energie, milieu en klimaat | -145 | -666 | -811 |
6 Mobiliteit | -757 | -9.354 | -10.111 |
7 Gebiedsontwikkeling | -3.142 | -2.232 | -5.374 |
8 Kwaliteit openbaar bestuur | -530 | -166.621 | -167.151 |
Totaal baten | -4.673 | -179.513 | -184.186 |
Totaal saldo van lasten en baten | 15.153 | -12.780 | 2.373 |
Saldo van stortingen en onttrekkingen reserves | -18.673 | 7.596 | -11.077 |
Geraamd resultaat | -3.521 | -5.183 | -8.704 |
x € 1.000 |
E. EMU-Saldo
Het EMU-saldo is het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van de collectieve sector (Rijk, mede-overheden en sociale fondsen). Het EMU-saldo wijkt af van het begrip exploitatiesaldo waarmee gemeenten en provincies werken. Het verschil zit onder meer in een andere behandeling van investeringen, afschrijvingen en voorzieningen. Over de hoogte van het EMU-tekort zijn binnen Europa afspraken gemaakt. De Wet Houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) is de Nederlandse uitwerking van de Europese afspraken ten aanzien van de overheidsfinanciën. Deze wet moet de begrotingsdiscipline op nationaal en decentraal niveau waarborgen.
Referentiewaarde EMU-saldo
Het aandeel van de decentrale overheden in het EMU-saldo is macro genormeerd. De Rijksoverheid maakt daarover afspraken met het IPO, de VNG en het UvW. De afspraak is gemaakt dat de ruimte in het EMU-saldo voor de decentrale overheden tezamen voor het jaar 2018 totaal 0,4% van het BBP bedraagt. Voor het jaar 2018 is deze EMU-tekortruimte niet nader verdeeld over gemeenten, provincies en waterschappen, waardoor voor 2018 geen referentiewaarde op het niveau van de provincie(s) beschikbaar is.
Tabel 2.11: Bijdrage aan EMU-saldo in 2018
Rekening | Begroting | Rekening | |
---|---|---|---|
exploitatiesaldo voor mutaties reserves (- = tekort) | 27.406 | -490 | -2.373 |
+ afschrijvingen t.l.v. exploitatie (incl. verminderingen) | 6.292 | 6.344 | 12.319 |
+ dotaties aan voorzieningen t.l.v. exploitatie | 14.504 | 12.604 | 12.573 |
- investeringen vaste activa | -45.447 | -40.925 | -30.749 |
+ bijdragen van derden in investeringen | 10.514 | 10.362 | 7.968 |
- betalingen t.l.v. voorzieningen | -11.052 | -13.642 | -8.152 |
Bijdrage aan EMU saldo (- =tekortverhogend) | 2.217 | -25.748 | -8.415 |
* de berekening van het EMU saldo wordt tussentijds niet bijgesteld | x € 1.000 |
Het EMU saldo is € -8,4 mln. negatief en daarmee minder negatief dan in de ontwerpbegroting 2018 werd voorzien. In 2018 hebben diverse begrotingswijzigingen plaatsgevonden die op het EMU-saldo van invloed zijn geweest.
Het grootste verschil (ten opzichte van de ontwerpbegroting 2018) zit in de gerealiseerde investeringen in vaste activa. De gerealiseerde investeringen in infrastructuur en gebiedsontwikkeling zijn lager dan initieel begroot, voornamelijk als gevolg van een aangepaste fasering van een aantal grote projecten. Daarnaast is voor Flevokust Haven een voorziening duurzame waardevermindering getroffen van € 7,6 mln. Voor een nadere toelichting op deze projecten wordt verwezen naar programma 6 en 7 in onderdeel II Programmaverantwoording.
F. Verantwoordingsinformatie specifieke uitkeringen en taakveldenoverzicht
Op grond van de voorschriften van het BBV bestaat de jaarrekening tevens uit de volgende bijlagen:
- een bijlage met het overzicht van de gerealiseerde baten en lasten per taakveld;
- de bijlage met de verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen (SiSa-bijlage).
Deze bijlagen zijn opgenomen als respectievelijk bijlage 2 en 4.