1.3 Financiële kengetallen
Onderstaand zijn de op grond van het BBV voorgeschreven financiële kengetallen weergegeven en van een nadere duiding voorzien. Deze kengetallen geven inzicht in de financiële positie van de provincie. Vanwege de uniform voorgeschreven berekeningswijze kunnen de waarden worden vergeleken met die van andere provincies.
Tabel 1.3: Financiële kengetallen BBV
Rekening | Begroting | Rekening | |
---|---|---|---|
Netto schuldquote | -63 | -33 | -70 |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | -82 | -54 | -87 |
Solvabiliteitsratio | 78 | 77 | 71 |
Grondexploitatie | 0 | 0 | 0 |
Structurele exploitatieruimte | 1 | 0 | 3 |
Opcenten | 97 | 98 | 98 |
Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Dit kengetal weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de provincie ten opzichte van de eigen middelen.
Het geeft daarmee aan in hoeverre de provincie in staat is haar schulden terug te betalen (hoe lager, hoe beter). De netto schuldquote van de provincie Flevoland bedraagt 70% negatief in 2018. Doordat de provincie geen netto schuld heeft (vorderingen zijn hoger dan schulden), is het percentage negatief. Na correctie voor de verstrekte leningen ligt het percentage op 87% negatief. Het percentage is licht gestegen ten opzichte van 2017, voornamelijk door een toename van het rekening-courant saldo bij het Rijk (schatkistbankieren), doordat de inkomsten hoger zijn dan geraamd en de bestedingen/investeringen lager dan geraamd.
Solvabiliteit
De solvabiliteit is de verhouding van het eigen vermogen (reserves) ten opzichte van het totale vermogen, uitgedrukt in een percentage. Dit weerspiegelt de mate waarin de provincie in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio hoe groter deel van de activa gefinancierd is met eigen middelen. Voor Flevoland is het solvabiliteitspercentage licht gedaald naar 71%. De oorzaak van deze daling ligt met name in een toename van de vlottende schulden, terwijl het eigen vermogen per saldo nagenoeg gelijk gebleven is. De toename van de vlottende schulden wordt veroorzaakt door vooruit ontvangen doeluitkeringen waarvan besteding in 2019 (of later) zal plaatsvinden (m.n. aansluiting A6) en de hogere crediteurenschuld door een aantal grote facturen die eind 2018 ontvangen zijn waarvan betaling begin 2019 heeft plaatsgevonden. Hier staat tegenover dat er daardoor sprake is van een hoger banksaldo.
Een interprovinciale vergelijking, uitgevoerd door de toezichthouder (BZK) op basis van de begrotingen 2018, laat zien dat de gemiddelde solvabiliteit van alle provincies 67% is (mediaan: 71%).
Grondexploitatie
In het kengetal voor grondexploitatie dienen gronden te worden opgenomen die als ‘voorraad’ bouwgronden op de balans zijn opgenomen. Dit om inzicht te geven in de terug te verdienen boekwaarde van de gronden bij verkoop of exploitatie. De provincie Flevoland voert zelf geen bouwgrondexploitatie uit. Het kengetal heeft daarom de waarde 0. De gronden van de provincie Flevoland die op de balans staan, zijn overeenkomstig de verslaggevingsregels opgenomen als materiële vaste activa. Deze zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, welke lager is dan de huidige marktwaarde.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Voorbeelden van structurele baten zijn de algemene uitkering en de inkomsten uit de motorrijtuigenbelasting. Bij structurele lasten gaat het om de lasten die worden gemaakt voor het uitvoeren van structureel/meerjarig beleid, om bedrijfsvoeringslasten en kapitaallasten. Stortingen in en onttrekkingen aan reserves zijn in beginsel incidenteel en hebben alleen een structureel karakter wanneer ze bedoeld zijn om structurele lasten te dekken of wanneer de reserve een egaliserende functie of een financieringsfunctie voor investeringen heeft. Uit het kengetal (3%) blijkt dat de structurele baten in 2018 licht hoger waren dan de structurele lasten.
Opcenten
Dit kengetal is het percentage opcenten dat de provincie heft ten opzichte van het landelijk gemiddelde percentage. Het geeft aan hoeveel relatieve ruimte de provincie heeft om de inkomsten uit de opcenten te verhogen om zo de structurele baten te verhogen (onbenutte belastingcapaciteit ten opzichte van het landelijk gemiddelde). Uit het percentage blijkt dat de hoogte van de opcenten van de provincie relatief dicht bij het gemiddelde ligt. Een nadere toelichting is opgenomen in de paragraaf Lokale heffingen.